De boom staat stevig in de grond
haar takken opgeheven naar de hemel
alsof zij daar op voorhand
haar verhaal wil halen
de bladeren in bruidstooi groen
de wortels grijpend in de aarde
alsof ze daar houvast zal krijgen
en werpt een schaduw
over wat nog komen moet
over wat mensen zoal doen
haar volle vruchten aan haar takken
hangend
begeerlijk
voor hun blikken
ze wil gezien
ze moet gezien
ze is niet
over het hoofd te zien
de boom
haar groene tooi
haar volle vruchten
wat is ze mooi
mijn God
wat is ze mooi
Je zult toch maar de boom zijn
waardoor de mensheid viel
de vrucht zijn
waarmee alles misging
de rover van het licht
de schaduwbrenger in die tuin
nadat de slang een halve waarheid sprak
de vrije mens grijpt van een tak
en eet zichzelf een weg
naar een gebroken wereld
sap van een verboden vrucht
druipt langzaam langs de kin omlaag
valt zinloos op de aarde
Het Kruis
Je zult toch maar de boom zijn
waarvan eens het kruis gemaakt werd
het hout zijn dat de nagels in zich droeg
waaraan de Heiland stierf
Je zult toch maar die Zoon zijn
die alles recht moet zetten
wat in beginsel scheef getrokken werd
daar langeleden in die mooie tuin
en hangend aan een kruis van hout
geslagen en gebroken worden
iemand steekt een lans in jou
niemand breekt een lans voor jou
er wordt gewacht tot bloed en water komen
sap van een doorstoken vrucht
druipt langzaam langs het hout omlaag
valt reddend in de aarde
No comments:
Post a Comment